Tito Ortiz sluit carrière af met een overwinning

Met een record van 19-12-1 hangt de Amerikaanse MMA vechter zijn handschoenen aan de wilgen. De afgelopen 20 jaar heeft is hij verantwoordelijk geweest voor spectaculaire partijen die voornamelijk gevochten zijn in de wereldberoemde Octagon van de UFC. Hier heeft hij 27 keer gevochten met de UFC Light Heavyweight titel als hoogtepunt. Naast deze prestaties is Ortiz ook bekroond in de Hall of Fame.

Afgelopen zaterdag 21 januari 2017 stapte Ortiz voor de laatste keer het slagveld op. Hij stond ingeroosterd om te vechten tegen de oud UFC veteraan Chael Sonnen. Hier wist hij de American Gangster in de eerste ronde te stoppen met een rear-naked choke. Een submission overwinning die hij vier keer eerder heeft toegepast tijdens zijn wedstrijden. Na deze prestatie kreeg Tito de microfoon toegereikt voor een speech:

“It felt really really good. Everything that went on through this whole fight, all we did through camp. Raphael Davis, one of my sparring partners, one of my best friends — we started this together. We wrestled at Cal State Bakersfield together. We had this whole camp together. Scott Carr from Gracie-Barra Jiu-Jitsu, we worked this mount position, we worked this pass position, we worked the defense to the guillotine. We knew he had a guillotine. We worked position from the back. I knew I’d get the choke because I know he doesn’t want to be pounded by me. I know he doesn’t want to be on the bottom taking elbows from me. Jason Parillo got my hands working super fast, got my feet moving really super fast. I knew if I shot on Chael he was not going to be super strong, so I knew I could fight out of positions. We worked on the guillotine position, getting out of it. He never had me, thumbs up, I’m good. It was never tight. I’m happy that I’m able to do this in a respectful way in front of my home town. Los Angeles, thank you guys very, very, much. ORTIZ RULES! Tonight, Jan. 21, 2017, I’m going to let my son lay my gloves down in the cage, because this is the last time I’ll be fighting.”